Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
Het woord zegt het al; het aanwijzend voornaamwoord wijst (bijna) letterlijk iets of iemand aan. |
Aanwijzende voornaamwoorden zijn onder andere:
Aanwijzende voornaamwoorden
die, dit, dat, deze, zulk, zulke(n), diegene(n), datgene(n), degene(n), dergelijke(n), zo'n
Aanwijzend voornaamwoord in een zin.
Deze ketting vind ik het mooist. |
Deze slaat op ketting.
ketting is een zelfstandig naamwoord.
Met deze maak je duidelijk dat het om de ketting gaat, die je daarbij aanwijst.
Dus niet om een andere ketting! Maar om deze ketting.
1 | Het aanwijzend voornaamwoord kan in plaats van het lidwoord staan, vóór een *zelfstandig naamwoord. | |
In plaats van het lidwoord
Die jongen is de slimste van de klas.
Die vervangt hier het lidwoord de.
Die vervangt hier het lidwoord de.
2 | Het aanwijzend voornaamwoord kan ook voor een bijvoeglijk naamwoord staan. |
Voor een bijvoeglijk naamwoord
Ik vind dat vrolijke meisje erg leuk.
dat staat voor het bijvoeglijk naamwoord (vrolijke), maar dat slaat op het zelfstandige naamwoord (meisje).
dat staat voor het bijvoeglijk naamwoord (vrolijke), maar dat slaat op het zelfstandige naamwoord (meisje).
3 | Het aanwijzend voornaamwoord kan ook in de plaats van een zelfstandig naamwoord staan. |
In plaats van een zelfstandig naamwoord
Dit vind ik erg leuk.
Dit vervangt in deze zin een zelfstandig naamwoord. De zin had ook kunnen zijn: Dit spel vind ik erg leuk.
Dit vervangt in deze zin een zelfstandig naamwoord. De zin had ook kunnen zijn: Dit spel vind ik erg leuk.
Weet je niet zeker of je dat, dit, die of deze moet gebruiken?
Onthouden
Bij de-woorden gebruik je altijd die of deze.
Bij het-woorden gebruik je altijd dat of dit.