De bijzondere werkwoorden worden anders vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden. Er gelden bij deze werkwoorden geen duidelijke regels. Je moet ze gewoon uit je hoofd leren.
De bijzondere werkwoorden
zijn, hebben, kunnen, zullen, mogen, willen
De vervoegingen van het bijzondere werkwoord zullen lees je hieronder.
Onthouden: zullen
Let op! In onze oefeningen maken we gebruik van zul jij en zul je.
Net zoals bij de sterke werkwoorden veranderen ze van klank in de verleden tijd.
Maar ook in de tegenwoordige tijd worden ze op een andere manier vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden.
Voorbeeldzinnen
Zinnen | Antwoorden | |
Ik ...?... (zullen, tt) niet huilen aan het eind van deze film. | zal | |
Jij ...?... (zullen, tt) een goed cijfer halen voor die toets. | zult | |
Hij ...?... (zullen, tt) van deze taart gaan smullen. | zal | |
...?... (zullen, tt) wij gaan wandelen in het park? | Zullen | |
Ik dacht dat de meester ons ...?... (zullen, vt) helpen? | zou | |
Jullie ...?... (zullen, vt) nog veel van hem horen. | zouden |