De bijzondere werkwoorden worden anders vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden. Er gelden bij deze werkwoorden geen duidelijke regels. Je moet ze gewoon uit je hoofd leren. |
De bijzondere werkwoorden
zijn, hebben, kunnen, zullen, mogen, willen
De vervoegingen van het bijzondere werkwoord mogen lees je hieronder.
Onthouden: mogen
Net zoals bij de sterke werkwoorden veranderen ze van klank in de verleden tijd.
Maar ook in de tegenwoordige tijd worden ze op een andere manier vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden.
Voorbeeldzinnen
Zinnen | Antwoorden | |
Ik ...?... (mogen, tt) een cadeautje uitzoeken. | mag | |
Jij ...?... (mogen, tt) vanmiddag de hond uitlaten. | mag | |
Jan ...?... (mogen, tt) zijn fiets wel eens repareren. | mag | |
Jullie ...?... (mogen, tt) dit weekend naar het strand. | mogen | |
Arno vroeg of hij al van de taart ...?... (mogen, vt) eten? | mocht | |
De kinderen ...?... (mogen, vt) in de boom klimmen | mochten |