Je moet bijna altijd een komma of komma's gebruiken bij een opsomming.
Komma bij een opsomming
We kunnen gaan schaatsen, skiën, langlaufen of snowboarden.
|
Uitzondering: voor de woorden en en of zet je bij de opsomming geen komma.
Geen komma bij en en of
Gaan we met de bus, de tram of de trein op schoolreis? |
Onthouden
Let op! Na de komma komt altijd een spatie. Voor de komma juist niet.
Behalve bij getallen: 12,25, 1,5, 3,65 enzovoort.