Taal

Gebruik komma tussen twee persoonsvormen

Je moet altijd een komma zetten tussen twee persoonsvormen (pv) die naast elkaar staan. Een persoonsvorm is altijd een werkwoord. Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen: fietsen, lopen, spelen, kruipen, slapen enzovoort.

Komma tussen twee persoonsvormen
taal oefenen, komma in een zin, komma tussen twee persoonsvormen Wat Sara durft, is echt heel moedig.
 

Als het goed is, is het morgen mooi weer.

Als je hier de hoek om gaat, kom je bij de bushalte.
 

Toen ze thuis kwam, ging ze op de bank zitten.

Alleen in korte zinnen is het niet altijd nodig om een komma tussen twee
persoonsvormen te zetten.

Uitzonderingen
taal oefenen, interpunctie, komma tussen persoonsvormen Wat je zegt ben je zelf.
Voor je het weet is het zover. 
Onthouden

Let op! Na de komma komt altijd een spatie. Voor de komma juist niet.
Behalve bij getallen: 12,25, 1,5, 3,65 enzovoort.