Met de directe rede wordt de letterlijke weergave van iemands woorden bedoeld
in een zin. Er staat dus letterlijk wat iemand zegt of heeft gezegd. Vaak staat die
zin dan tussen aanhalingstekens.
Een directe rede begint altijd met een hoofdletter. Als de directe rede niet
aan het begin de zin voorkomt, staat er voor de directe rede altijd een dubbele punt.
Roos zei: 'Ik wil je nooit meer zien!'
- Hier staat de direce rede niet aan het begin van de zin.
'Zal ik je naar huis brengen?', vroeg Roos aan Peter.
- Hier staat de directe rede aan het begin van de zin.
Ik vroeg haar op mijn beurt: 'Ga je nog op vakantie?'
- Hier staat de directe rede niet aan het begin van de zin.
Met een opsomming zet je iets op een rijtje in een zin.
De zin die voor een opsomming staat, eindigt met een dubbele punt.
Alleen als de opsomming bestaat uit volledige zinnen, dan begint elke
zin met een hoofdletter.
De volgende regels gelden in de klas:
|
Let op! Als je een opsomming krijgt die bestaat uit losse woorden of een hele zin,
krijg je geen hoofdletter!
De speelkaarten met de vormen: harten, klaver, ruiten en schoppen.
Van elke kleur zijn er dertien kaarten: de getallen twee tot en met tien en de plaatjes boer, vrouw, heer en aas. |
|