In deze uitlegvideo leer je over voorzetsels. Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. Vaak kun je een voorzetsel herkennen door ...de kast of ...het feest achter te zetten. Met een voorzetsel kun je een waar en wanneer aangeven. Soms heb je te maken met een scheidbaar werkwoord en niet met een voorzetsel! Het werkwoord bestaat uit twee delen. Luister en kijk deze video en word een kei in het opmerken van scheidbare werkwoorden in plaats van voorzetsels!