Voorzetsels zijn bijvoorbeeld de woorden: voor, achter, op, in, naast ... Er zijn heel veel verschillende voorzetsels. Ze worden ook weleens 'kastwoorden' of 'feestwoorden' genoemd: op (de kast) in (de kast), achter (de kast), bij (het feest), na (het feest)... Op deze kaart lees je alle uitleg over de voorzetsels. Tip: download de kaart en print hem uit. Handig bij het oefenen van woordbenoeming!
Junior Einstein biedt een aantrekkelijke en complete online oefenomgeving die perfect aansluit bij het onderwijs op de basisschool. Je kunt oefenen op je eigen niveau en sterren, plaatjes en medailles verdienen.