Terug

Vul de juiste vorm in van het hulpwerkwoord en vul het voltooid deelwoord in (t)

Vul de juiste vorm in van het hulpwerkwoord en vul het voltooid deelwoord in (t)

 
De jonge soldaat werd (worden, vt) afgeblaft (afblaffen, vd) tot er niets meer van hem over was.