Terug

Verklein de woorden en zet ze in de goede zin [3]

Verklein de woorden en zet ze in de goede zin [3]

 

Kies uit: tafel - scherm - zoen - geheim - wond

 

 

  1. Ik heb een  wondje op mijn arm.
  2. Jasper zit de hele dag te turen op het schermpje van zijn telefoon.
  3. Oma heeft een  tafeltje speciaal voor haar kleinkinderen.
  4. Ik krijg een zoentje van mijn tante. 
  5. Sst... dat is ons geheimpje