Terug

Zet de woorden in het meervoud en zet ze in de goede zin [2]

Zet de woorden in het meervoud en zet ze in de goede zin [2]

 

Kies uit: snipper - parel - stekel - leugen - kegel

 

  1. De hond heeft de krant kapot gescheurd. Overal liggen snippers op de grond.
  2. Je moet bij dit spel proberen om zoveel mogelijk kegels om te gooien.
  3. Je mag niet zoveel leugens vertellen!
  4. Aan de ketting van mijn oma zitten mooie parels .
  5. Een egel heeft heel veel stekels op zijn rug.