Onthouden
Hoor je een korte klinker aan het eind van een lettergreep?
Ga dan met twee dezelfde medeklinkers door.
Korte klinkers zijn a, e, i, o en u.
Kijk maar eens naar de volgende woorden:
kno | pen | De o klinkt als oo, dus één medeklinker. |
knop | pen | De o klinkt als o, dus dubbele medeklinkers. |
Woorden met korte klinkers
bakken voetballen bessen klemmen |
blikken vissen mollen bloembollen |
hutten huismussen |
De onbeklemtoonde i.
Valt de klemtoon niet op de i, dan schrijf je meestal één medeklinker.
Onbeklemtoonde i
perziken | > | De klemtoon valt op per | > | Je schrijft na de i één k in het meervoud. |
haviken | > | De klemtoon valt op ha | > | Je schrijft na de i één k in het meervoud. |
perziken
> De klemtoon valt op per
> Je schrijft na de i één k in het meervoud.
haviken
> De klemtoon valt op ha
Je schrijft na de i één k in het meervoud.
Je schrijft na de i één k in het meervoud.
> De klemtoon valt op per
> Je schrijft na de i één k in het meervoud.
haviken
> De klemtoon valt op ha
Je schrijft na de i één k in het meervoud.
Je schrijft na de i één k in het meervoud.
Toch zijn er uitzondering, bijvoorbeeld: kennissen
De klemtoon valt niet op de i, toch schrijf je in het meervoud issen.
Let op de stomme e: In veel woorden hoor je een u aan het eind van
een lettergreep, maar je schrijft een e.