De trappen van vergelijking kun je alleen op *bijvoeglijke naamwoorden toepassen. De onregelmatige woorden veranderen in de trappen van vergelijking.
Er zijn drie trappen van vergelijking: De stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.
Drie trappen van vergelijking
- De stellende trap heeft geen uitgang:
groot, vaak, leeg… - De vergrotende trap krijgt er er bij en er valt een klinker weg:
groter, vaker, leger… - De overtreffende trap krijgt er st bij:
grootst, vaakst, leegst…
groot - groter - grootst |
Let op bij de vergrotende trap. Er valt een klinker weg!
Je schrijft a, e, o of u.
Er valt een klinker weg
traag |
normaal |
gemeen |
Onthouden
Als je aan het eind van een lettergreep een lange klank hoort: aa, ee, oo of uu, dan gebruik ik daar maar één letter voor.
*bijvoeglijk naamwoord:
Geeft een eigenschap aan van het zelfstandige naamwoord: de rode auto, de blonde jongen, het gouden kettinkje.