Hoor je aan het einde van een woord ug of ugge?
Je schrijft dan vaak ig of ige.
jarig - jarige
jarig - jarige |
Onthouden
Hoor je een korte klinker?
Schrijf dan twee dezelfde medeklinkers.
ig - ige
grap – grappig – grappige
nut – nuttig – nuttige
nut – nuttig – nuttige
kop – koppig – koppige
kat – kattig – kattige
kat – kattig – kattige
Hoor je aan het einde van een woord luk of lukke?
Je schrijft dan vaak lijk of lijke.
lijk - lijke
vrolijk – vrolijke
eerlijk – eerlijke
gevaarlijk – gevaarlijke
eerlijk – eerlijke
gevaarlijk – gevaarlijke
Hoor je aan het einde van een woord ing, dan schrijf je ing.
Vaste stukjes
ig, lijk en ing zijn vaste stukjes.
Woorden eindigen vaak op vaste stukjes.
Je schrijft ze altijd hetzelfde.