Inloggen
Taal
Doelen › Kerndoel 11 › Spelling › Toepassen van spellingstrategieën

Toepassen van spellingstrategieën

De leerling kan spellingstrategieën toepassen bij het spellen van woorden. 1. Fonologische strategie: woorden verdelen in klanken of klankgroepen; luisterwoorden 2. Visuele strategie: onthouden en oproepen van woordbeelden; weetwoorden 3. Analogiestrategie: gebruikmaken van overeenkomsten met andere woorden; net-zoals-woorden 4. Regelstrategie: onthouden en toepassen van regels, verlengingsregel, verenkelingsregel, verdubbelingsregel; regelwoorden 5. Hulpstrategie: gebruik maken van (zelfbedachte) geheugensteuntjes.


Online oefenen met dit onderwerp

1
Schrijf je een -v- of een -f-? [1]
Taal groep 4 › Spelling › Ontbrekende letters [1] › Schrijf je een -v- of een -f-? › Schrijf je een -v- of een -f-? [1]
1
 
1
Schrijf je een -s- of een -z-? [1]
Taal groep 4 › Spelling › Ontbrekende letters [1] › Schrijf je een -s- of een -z-? › Schrijf je een -s- of een -z-? [1]
1
 
2
Schrijf je een -cht of een -gt? [1]
Taal groep 4 › Spelling › Ontbrekende letters [2] › Schrijf je een -cht of een -gt? › Schrijf je een -cht of een -gt? [1]
2
 
2
Schrijf je een -ei- of een -ij-? [1]
Taal groep 4 › Spelling › Ontbrekende letters [1] › Schrijf je een -ei- of een -ij-? › Schrijf je een -ei- of een -ij-? [1]
2
 
3
Schrijf je een -ou- of een -au-? [1]
Taal groep 4 › Spelling › Ontbrekende letters [2] › Schrijf je een -ou(w)- of een -au(w)-? › Schrijf je een -ou- of een -au-? [1]
3
 
1
Schrijf je -lijk of -ig? [1]
Taal groep 4 › Spelling › Schrijf je -lijk of -ig? › Schrijf je -lijk of -ig? [1]
1
 
3
Schrijf je een i of een ie? [1] nieuw
Taal groep 4 › Spelling › Ontbrekende letters [2] › Schrijf je een -i- of een -ie-? › Schrijf je een i of een ie? [1]
3
2
Maak het woord langer: hoor je een -t- of een -d-? [1]
Taal groep 4 › Spelling › Ontbrekende letters [2] › Schrijf je een -t of een -d? › Maak het woord langer: hoor je een -t- of een -d-? [1]
2
2
Maak het woord langer: hoor je een -t- of een -d-? [2]
Taal groep 4 › Spelling › Ontbrekende letters [2] › Schrijf je een -t of een -d? › Maak het woord langer: hoor je een -t- of een -d-? [2]
2