Inloggen
Taal
Filters

Groep

Vak

Type

Werkbladen > Geld > Vergelijken
Waar zie je het meeste? (50 eurocent)
Groep 1 , 2
Welk vak heeft de meeste munten en is dus het meeste waard? Zet een kruisje.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Wat is het minste waard? (50 cent)
Groep 1 , 2
Welk vak in de rij is het minste waard? Zet daar een kruisje bij.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Waar zie je het minste? (1 euro)
Groep 1 , 2
Tel in ieder vak de euromunten. Welk vak heeft de minste munten en is dus het minste waard? Kruis aan.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Welke is hetzelfde? (2 euro)
Groep 1 , 2
Welk vak heeft evenveel munten als het eerste vak? Zet hier een kruisje bij.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Wat is het minste waard? (2 euro)
Groep 1 , 2
Elke rij heeft 4 vakken met € 2,- muntstukken. Vergelijk de vakken met elkaar. Welk vak heeft de minste muntstukken? Kruis dat vak aan.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Wie heeft het minste geld?
Groep 1 , 2
Wie heeft het minste geld in zijn of haar hokje? Vergelijk in iedere rij het geld met elkaar. Kruis steeds het hokje met het minste geld aan.
Werkbladen > Geld > Algemeen
Waar kun je iets kopen?
Groep 1 , 2
Waar kun je spullen kopen? Kijk goed naar de plaatjes. Zet een kruisje onder het plaatje met een winkel.
Werkbladen > Geld > Algemeen
Winkelen
Groep 1 , 2
Wat heb je nodig als je gaat winkelen? Zet een rondje om de juiste plaatjes.
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Welke munten zijn hetzelfde?
Groep 1 , 2
Trek steeds een lijn naar dezelfde munt. Van ieder muntstuk staan er twee. Vind jij ze allemaal?
Werkbladen > Geld > Vergelijken
Briefjes vergelijken
Groep 1 , 2
Kleur de briefjes in met de juiste kleur.